Zwangerschaps- en bevallingsrust

Wanneer je zwanger bent, breng je je werkgever daarvan zo snel mogelijk schriftelijk op de hoogte. Bij je brief voeg je een medisch attest. Vanaf dat moment gelden een aantal beschermende maatregelen.

Zo mag je, met behoud van loon, afwezig zijn voor zwangerschapsonderzoeken als die tijdens de werkuren moeten doorgaan. Je verwittigt uiteraard vooraf je werkgever en je bezorgt een getuigschrift. Je behoudt je loon.

Je bent beschermd tegen ontslag, tenzij om redenen die niets te maken hebben met de zwangerschap zelf.

Je werkgever past je werkpost of functie eventueel aan. Als de gezondheidsrisico’s te groot zijn, kan je preventief verwijderd worden van het werk. Dat is een specifieke procedure met een specifieke vergoedingsregeling.

Je vakbondsafgevaardigde van ACV Puls kan je meer vertellen over deze maatregelen.

De moederschapsrust duurt vijftien weken, honderd en vijf dagen dus (zeventien weken in geval van een twee- of meerling). Voor het spreiden van die moederschapsrust gelden enkele regels. Zo moet je sowieso acht weken na de bevalling nemen.

Werkneemsters die hun kind borstvoeding geven/of melk afkolven hebben recht op borstvoedingspauzes. Dat recht geldt gedurende zeven maanden vanaf de geboorte. Omwille van uitzonderlijke medische omstandigheden kan deze periode met twee extra maanden verlengd worden. Dat is bijvoorbeeld het geval indien de baby te vroeg geboren wordt.