Bij de wettelijke vakantiedagen hoort ook vakantiegeld. De meeste organisaties betalen het uit op een vast moment, bijvoorbeeld in de maand mei.
De berekening van het vakantiegeld verschilt nog steeds naargelang je een kunstenaar bent of arbeiders- of een bediendestatuut hebt:
- Het vakantiegeld van arbeiders bedraagt 15,38% van het totale jaarloon. Dat bedrag staat voor loon en vakantiegeld. Het wordt uitbetaald door de vakantiekassen;
- Als bedienden vakantie nemen, loopt het gewone loon door. Dat noemt men ook het ‘enkel’ vakantiegeld. Het ‘dubbel’ vakantiegeld bedraagt ongeveer 92% van het loon.
Voor de specifieke stelsels van jeugdvakantie en seniorvakantie kan je terecht bij het ACV, dat ook optreedt als dienstverlening en uitbetalingsinstelling.
Als je van werkgever verandert is er voor het vakantiegeld van bedienden een overgangsberekening van toepassing, het ‘vakantiegeld bij uitdiensttreding’, vermeld op het vakantie-attest en van belang voor je volgende werksituatie.