Werkloosheid

Om te kunnen genieten van een werkloosheidsuitkering, moet je beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Voor artiesten is een specifieke regeling uitgewerkt, zodat zij niet voor gelijk wel beroep beschikbaar moeten zijn.

Voor de werknemer die artistieke prestaties heeft verricht, wordt een betrekking in een ander beroep als dat van artiest als niet passend beschouwd indien blijkt dat, in de periode van 18 maanden voorafgaand aan het aanbod, minstens 156 dagen tewerkstelling bewezen kunnen worden waarvan maximaal 52 niet-artistieke prestaties mogen meetellen.

Bovenop de gewone werkloosheidsregels zijn er specifieke regels opgemaakt voor werknemers in de artistieke sector. Die regels gelden voor:

  • Werknemers die artistieke prestaties verrichten: zowel voor scheppende als voor uitvoerende artiesten;
  • Technici werkzaam in de artistieke sector.

Artiesten

Om te weten of je artistieke prestaties levert, moet je deze toetsen aan de wettelijke definitie artistieke prestaties = de creatie en/of uitvoering of interpretatie van artistieke oeuvres in de audiovisuele en de beeldende kunsten, in de muziek, de literatuur, het spektakel, het theater en de choreografie.

De artistieke aard van deze prestaties of werken moet worden aangetoond door middel van vermelding van de artistieke functie op het arbeidscontract. Bij kunstenaars die werken onder artikel 1bis door middel van een visum kunstenaar afgeleverd door de commissie Kunstenaars.

De activiteiten van journalist, recensent, model, ontwerper van websites of op vlak van grafische techniek, coach, lesgever, soufleur enz..zijn geen artistieke prestaties. Dit blijkt zowel uit beslissingen genomen door de Commissie Kunstenaars als door RVA. Hoewel RVA ook een vertegenwoordiger heeft in de Commissie Kunstenaars, hanteert RVA een eigen lijst van functies die door haar als een artistieke of een technische prestatie aanzien worden. Dit kan tot gevolg hebben dat een activiteit wel aanzien wordt als artistiek door de Commissie, maar niet door RVA. Dit leidt tot moeilijke situaties voor de betrokken kunstenaar.

Technici

Wat zijn activiteiten als technicus in de artistieke sector?

  • Medewerking aan de voorbereiding of aan de publieke vertoning van een intellectueel werk waaraan minstens 1 artiest van het spektakelbedrijf fysiek deelneemt of aan de opname van een dergelijk werk;
  • Medewerking aan de voorbereiding of de vertoning van een cinematografisch werk;
  • Medewerking aan de voorbereiding of de uitzending van een radio- of televisieprogramma van artistieke aard;
  • Medewerking aan de voorbereiding of de realisatie van een publieke tentoonstelling van een kunstwerk in het domein van de plastische kunsten.

Recht op een uitkering

Om een werkloosheidsuitkering te krijgen moet je aan de vergoedbaarheidsvoorwaarden voldoen. Dat betekent onder meer dat je beschikbaar moet zijn voor de arbeidsmarkt, onvrijwillig werkloos zijn, ...

Daarnaast moet je voldoen aan de toelaatbaarheidsvoorwaarden:

Ofwel heb je een bepaald aantal dagen gewerkt:

  • 312 dagen over een periode van 21 maanden als je jonger bent dan 36 jaar;
  • 468 dagen over een periode van 36 maanden als je tussen 36 en 50 jaar oud bent;
  • 624 dagen over een periode van 42 maanden als je minstens 50 jaar bent.

ACV Puls kan je helpen om de dagen te berekenen.

Ofwel heb je na je studies je inschakelingstijd doorlopen.

Ofwel had je in het verleden al rechten op een werkloosheidsuitkering opgebouwd.

Hoe worden de dagen geteld?

De dagen die je hebt gewerkt met een gewoon contract tegen een uurloon of maandloon worden berekend als volledige dagen als je voltijds werkte en als deeltijdse dagen bij een deeltijdse tewerkstelling. Dit is de standaardregeling voor elke werknemer in België ongeacht of men artistieke prestaties levert of niet.

De dagen worden steeds omgerekend naar een 6-dagen regime; toelaatbaarheid kan bewezen worden voor ofwel een voltijdse toelaatbaarheid ofwel een deeltijdse toelaatbaarheid; deeltijdse tewerkstellingen leveren minder arbeidsdagen op in de berekening van een voltijdse toelaatbaarheid; voor artiesten is het veel interessanter dat ze een voltijdse toelaatbaarheid bewijzen.

In regel kan je een voltijdse toelaatbaarheid bewijzen als je in de leeftijdscategorie het vereiste aantal voltijdse arbeidsdagen kan bewijzen én minstens voorafgaand de aanvraag 4 weken voltijds hebt gewerkt of op basis van de taakloonberekening toelaatbaar bent.

Cachetregel: voordelige berekeningswijze voor de taaklonen

Als artiest kan je ook werken met een overeenkomst waarin een taakloon is afgesproken. Er is sprake van een taakloon wanneer er geen rechtstreeks verband is tussen het loon en het aantal arbeidsuren die je daarvoor moest werken. Je taakloon telt ook mee om je dagen te bewijzen volgens een specifieke berekening voor zowel de scheppende als de uitvoerende artiest wiens prestaties betaald werden met een taakloon.

Het voordeel bestaat erin dat het aantal arbeidsdagen voor de toelaatbaarheid tot de werkloosheid worden berekend op basis van het ontvangen loon en niet op basis van het aantal gepresteerde dagen en de tewerkstellingsbreuk.

Om het aantal dagen te berekenen wordt het taakloon gedeeld door 1/26e van het wettelijk minimum refertemaandloon), momenteel bedraagt dat 62,53 euro (1 maart 2020).

We geven een voorbeeld: je hebt na een betaalde artistieke tewerkstelling in mei 2017 350 Euro bruto ontvangen. 357/62,53 = 5,71 arbeidsdagen. Die tewerkstelling komt dus overeen met 5,71 arbeidsdagen van de vereiste 312 om het recht op werkloosheidsuitkeringen te openen.

Het resultaat is echter begrensd tot maximum 156 dagen per kwartaal volgens de formule: (n x 26) + 78 waarbij n het aantal maanden is van het kwartaal waarin de prestaties zich voordoen.

Het aantal arbeidsdagen dat zo wordt verkregen, wordt verhoogd met de eventuele andere arbeidsdagen die volgens de gewone regels worden berekend.

Om in staat te zijn die voordelige regel op jou te kunnen toepassen, vraagt de RVA je om het bewijs in te dienen van je artistieke prestaties en de bezoldiging per prestatie ervan. Je (arbeids)overeenkomst en de bepalingen omtrent dit taakloon vormen hierin een belangrijk onderdeel. Wij kunnen er mee voor zorgen dat je dossier correct wordt ingediend.

cao taakloon vanaf 01/09/2019:

Op het Paritair Comité van de Podiumkunsten en Muzieksector sloten we op donderdag 28 maart 2019 een cao taakloon. In deze cao verduidelijken we het begrip taakloon in de sector en bepalen we onder welke voorwaarden er tegen een taakloon kan gewerkt worden. De artiest kan op deze manier zijn werkloosheidsdossier beter stofferen en RVA krijgt duidelijke richtlijnen vanuit de sector mee, zodat RVA niet meer kan aanvoeren dat taakloon niet kan volgens de looncao’s. Anderzijds moeten de verduidelijkingen er ook toe leiden dat een taakloon niet gekozen zal worden als goedkoper alternatief voor de minimumlonen.

Inhoud cao:
Verduidelijking begrip taakloon:

  • Taakloon is een vergoeding die in functie staat van de totale geleverde prestatie (hierbij wordt er bijvoorbeeld rekening gehouden met individuele voorbereiding, …) eerder dan in functie van het aantal gepresteerde arbeidsuren.
  • Als het brutoloon gelijk of minder is dan het aantal ingeplande uren vermenigvuldigd met het uurloon zoals vastgelegd in de sectorale cao is er geen sprake van taakloon.
  • Het contract kan een uurrooster bevatten, dit sluit een vergoeding tegen taakloon niet uit. Het uurrooster kan slechts een deel van het werk bevatten, zoals repetities, voorstellingen, leesmomenten, opnamedagen enzovoort,…

Er zijn 4 criteria waaraan moet voldaan zijn om een taakloon te kunnen uitbetalen.
Indien één van deze criteria niet vervuld zijn, gelden de afgesproken minimumlonen uit de sectorale cao’s of de geldende minimumlonen in de onderneming.

  1. Er is een overeenkomst afgesloten tussen de artiest en de werkgever/opdrachtgever : dit is ofwel een arbeidsovereenkomst, ofwel een overeenkomst onder artikel 1bis.
  2. De bovenstaande overeenkomst bepaalt expliciet dat de vergoedingswijze taakloon is.
  3. Het moet gaan om een artistieke prestatie, volgens de definitie in artikel 1bis van de wet van 27 juni 1969 : “Onder het leveren van artistieke prestaties en/of het produceren van artistieke werken” dient te worden verstaan “de creatie en/of uitvoering of interpretatie van artistieke oeuvres in de audiovisuele en de beeldende kunsten, in de muziek, de literatuur, het spektakel, het theater en de choreografie”.
  4. De opdracht of taak moet duidelijk omschreven zijn in de overeenkomst.

De cao treedt in werking in september 2019. Zo hebben werkgevers en werknemers de tijd om zich aan te passen aan de criteria. De cao is ook enkel van toepassing op contracten die gesloten zijn na 31 augustus 2019.

Omdat er nog heel wat pijnpunten zijn in de huidige specifieke regels voor artiesten en technici en omdat er nog andere werknemersgroepen in de sector nood hebben aan een beter sociaal opvangnet starten we met de sociale partners een werkgroep op. Deze werkgroep zal pijnpunten blootleggen en nadien een voorstel uitwerken voor een beter statuut.
Ook in andere sectoren waar artiesten werkzaam zijn, zoals de audiovisuele sector, de filmsector en de socio-culturele sector moeten we via het sociale overleg komen tot een oplossing.

Het bedrag van je werkloosheidsuitkering hangt af van de verdiende lonen die in aanmerking worden genomen, van je gezinssituatie en van je tewerkstellingen.

Het bedrag van je uitkering wordt in principe berekend op basis van de bezoldiging die je hebt ontvangen tijdens je laatste tewerkstelling van minstens 4 opeenvolgende weken bij dezelfde werkgever. Die bezoldiging is echter begrensd.

Als werknemer die artistieke activiteiten uitoefent die worden bezoldigd per prestatie (per stuk of per taak), geniet je van een specifieke regeling voor het bepalen van de in aanmerking genomen bezoldiging.

De bezoldiging die in aanmerking wordt genomen om het bedrag van je werkloosheidsuitkeringen te berekenen, wordt bepaald door de optelling van de brutobedragen van alle bezoldigingen via taakloon per prestatie die je als loontrekkende hebt ontvangen tijdens het kalenderkwartaal dat voorafgaat aan het kwartaal waarin je uitkeringen aanvraagt. Het totaal van de som wordt gedeeld door 78 om aan de loonschijf te komen waarop het dagbedrag bepaald gaat worden.

Hoe zal je werkloosheidsuitkering evolueren?

Het bedrag van je uitkeringen vermindert geleidelijk in functie van de duur van je werkloosheidsperiode en van je beroepsverleden als loontrekkende.

De duur van de werkloosheid wordt verdeeld in verschillende periodes, die elk worden opgedeeld in fases. Met elke fase komen in principe een vergoedbaarheidspercentage en een loonplafond overeen, die elk geleidelijk verminderen tot aan de derde vergoedingsperiode (forfaitair bedrag).

Als werknemer die artistieke prestaties uitvoert en als technicus in de artistieke sector, geniet je van een gunstigere regeling voor de bepaling van het bedrag van uw uitkering. Deze regeling houdt in dat een werkzoekende met uitkering, die artistieke prestaties heeft verricht of als technieker in de sector, toekenning van de voordeelregel = artiestenstatuut voor artiesten of technici kan verkrijgen en dit steeds op het einde van 1ste vergoedbaarheidsfase = 12 maanden na de eerste toekenning van de rechten).

Dat kan worden bekomen na 156 dagen tewerkstelling in een periode van 18 maanden. Hiervan mogen tot 52 dagen tewerkstelling met niet-artistieke prestaties worden meegeteld. (dagen die reeds in aanmerking kwamen om de eerste toekenning te bewijzen mogen nogmaals meegeteld worden, d.w.z. de dagen die gelegen zijn in de 6 maanden voorafgaand aan de eerste toekenning van het recht op uitkeringen).

De cachetregeling mag hier toegepast worden. Het aantal arbeidsdagen op basis van taakloon (is enkel bij artistieke prestaties) wordt berekend zoals bij de toelaatbaarheid.

De voordeelregel moet om de 12 maanden opnieuw verlengd worden. Hiervoor moet je als artiest of technicus bewijs kunnen leveren van 3 prestaties in de afgelopen 12 maanden. Voor de technici moeten die prestaties van zeer korte duur zijn (=korter dan 3 maanden).

Deze voordeelregel voor artiesten en technici is in feite een voordelig, gefixeerd dagbedrag in het werkloosheidsbarema. De degressiviteit van de uitkering kan zo geblokkeerd worden. Je moet hiervoor wel een aanvraag doen via je ACV-dienstencentrum.

Terugkeer naar het hoogste vergoedingspercentage

De volledig werkloze die het werk hervat gedurende een voldoende aantal dagen en die opnieuw werkloos wordt, kan opnieuw hogere uitkeringen ontvangen. Dat noemt men een terugkeer naar de eerste vergoedingsperiode.

Als werknemer die artistieke activiteiten uitoefent, is er een méér voordelige mogelijkheid voor de terugkeer naar de eerste vergoedingsperiode (nieuwe start van het vergoedingstraject).

Om die specifieke terugkeer naar de eerste periode te krijgen, moet je minstens 156 nieuwe dagen arbeid in loondienst (berekend in een 6-dagenstelsel) bewijzen binnen de 18 maanden. De dagen die al werden meegeteld om u toe te laten tot het recht op uitkeringen, kunnen geen tweede keer worden meegeteld. Van die 156 dagen moeten er minstens 104 (berekend in een 6-dagenstelsel) bestaan uit artistieke prestaties. Dat betekent dat hoogstens 52 niet-artistieke activiteitsdagen (berekend in een 6-dagenstelsel) in aanmerking kunnen worden genomen.

De berekening van het aantal dagen waarop je artistieke activiteiten hebt uitgeoefend, zal kunnen gebeuren op basis van de bijzondere regel voor de opening van het recht op werkloosheidsuitkeringen.

Om in staat te zijn die voordelige regel op je te kunnen toepassen, vraagt de RVA je om het bewijs in te dienen van je artistieke prestaties. Anders zal de gewone regel worden toegepast.

De referteperiode van 18 maanden kan verlengd worden met de dagen van vergoede arbeidsongeschiktheid, arbeidsongeval of beroepsziekte indien de ononderbroken duur ervan minstens 3 maanden bedraagt.

Dagen die reeds werden gebruikt voor een terugkeer of de eerste toekenning van de rechten mogen niet opnieuw meegeteld worden, het gaat over nieuwe arbeidsdagen.

De referteperiode van 12 maanden kan verlengd worden met de dagen van vergoede arbeidsongeschiktheid, arbeidsongeval of beroepsziekte indien de ononderbroken duur ervan minstens 3 maanden bedraagt.

Als je artistieke activiteiten uitoefent als hobby of een artistieke vorming volgt, heeft dat geen invloed op je uitkeringen.

Als je wel in het openbaar een activiteit uitoefent en/of vergoed wordt, bepaalt de manier waarop inkomsten worden verworven wat het gevolg is voor je uitkering. Je dient op je ACV-dienstencentrum ook een C1 artiest in te vullen, dit formulier moet toegevoegd worden aan je werkloosheidsaanvraag.

Controlekaart: welke artistieke activiteiten moet je er op aanduiden?

  • De dagen van arbeid gedekt door een arbeidsovereenkomst of deze die aanleiding geven tot onderwerping aan de sociale zekerheid der loontrekkenden (art. 1bis§1);
  • De publieke vertolkingen en opvoeringen;
  • De aanwezigheid op een tentoonstelling van eigen werk indien men zelf instaat voor de verkoop ervan of indien zijn aanwezigheid vereist is op basis van een contract;
  • De aanwezigheid tijdens de opname of op de voorstelling van audiovisuele werken en dagen waarop prestaties worden verricht tegen betaling van een loon;
  • De prestaties verricht in het kader van een statutaire tewerkstelling.

Er is geen recht op werkloosheidsuitkeringen indien het een artistieke activiteit betreft als zelfstandige in hoofdberoep.

Artistieke activiteit uitgeoefend als zelfstandige in bijberoep.

  • Activiteit kan gecumuleerd worden met werkloosheid (met eventueel aanpassing dagbedrag);
  • Je moet jaarlijks je inkomsten indienen voortvloeiend uit dit bijberoep aan de hand van aanslagbiljet. Auteursrechten, naburige rechten. (KB art.130);
  • Je dient de dagen waarop je artistieke prestaties levert aan te duiden op je controlekaart.

Artistieke activiteit tegen de betaling van een ‘kleine vergoeding’

  • Je ontvangt slechts een vergoeding van ten hoogste 128,93 euro per dag per opdrachtgever, niet meer dan 7 dagen na elkaar bij dezelfde opdrachtgever en niet meer dan 30 dagen per jaar (maximaal 2.578,51 euro per jaar);
  • Indien uitsluitend tewerkgesteld i.k.v. ‘kleine vergoeding’ dient geen C1-artiest opgemaakt te worden (geen melding op C3-artiest en geen toepassing KB art.130);
  • Dagen die vergoed werden met betaling van de ‘kleine vergoeding’ moet je aanduiden op je controlekaart.

Bestuurder van een commerciële vennootschap of vzw die artistieke activiteiten beheert

  • Indien bestuurder van commercieel bedrijf of vzw die artistieke activiteiten beheert van gering belang en beperkt tot het beheer van de eigen artistieke activiteit kan dit gecumuleerd worden met werkloosheid;
  • Activiteit dient niet vermeld te worden op de controlekaart behalve dagen de artistieke prestaties die dienen aangeduid te worden op de controlekaart” te schrappen op de controlekaart;
  • Jaarlijkse indiening van de inkomsten voortvloeiend uit dit mandaat.

Artistieke prestaties met een bezoldiging die aanleiding geeft tot RSZ-bijdragen

  • De periode die men onder contract staat is niet cumuleerbaar met werkloosheid. Deze dagen moet je schrappen op je controlekaart;
  • Zowel voor tewerkstelling tegen een loon als tegen een taakloon;
  • De artistieke prestatie die wordt vergoed met een taakloon wordt volgens een specifieke omzettingsregel omgezet in niet-vergoedbare dagen.

Voor artiesten die worden betaald met een taakloon (arbeidsovereenkomst of onderwerping via artikel1bis) zal dit invloed hebben op de maandelijkse vergoeding. Dit omdat, indien de artistieke prestatie wordt verricht met een taakloon, er geen rechtstreeks verband is tussen de bezoldiging en de arbeidstijd.

De nieuwe regels maken het mogelijk de arbeidstijd die is gedekt door de bezoldiging per taak te gaan berekenen. De periode zal worden bepaald door de bezoldiging per taak te delen door een referteloon (vastgesteld op 91,95 euro). De arbeidsdagen die de artiest reeds op zijn controlekaart heeft aangeduid worden afgetrokken van de berekening. Het resultaat is een bezoldigde periode die niet kan gecumuleerd worden met werkloosheid. (afronding steeds naar beneden) Deze in de toekomst liggende niet-vergoedbare periode zal wel beperkt blijven tot max. 156 dagen per kwartaalberekening.

Voorbeeld 1: na een arbeidsovereenkomst van 2 dagen heb je een taaklloon gekregen van 400 euro. Op je controlekaart hebt je 2 arbeidsdagen aangeduid:

  • [400-(2 x 91,95)] / 91,95 = 2,35 dagen, afgerond naar 2 dagen

De niet-vergoedbare periode bedraagt dus 2 dagen.

Voorbeeld 2: je maakt een schilderij voor een prijs van 1.500 euro. Je onderwerpt dat inkomen aan de sociale zekerheid (artikel 1bis) en je schrapt één arbeidsdag op je controlekaart. Krachtens de conversieregel, komt dat honorarium overeen met een niet-vergoedbare kalenderperiode die als volgt zal worden bepaald:

  • [1.500-(1 x 91,95)] / 91,95 = 15,31 dagen

De niet-vergoedbare periode bedraagt dus 15 dagen.

De artiest moet maandelijks een formulier C3-artiest invullen en indienen bij het ACV.

De artiest kan deze formulieren ook groeperen en deze indienen na het einde van het kwartaal (ten laatste op de laatste dag van de maand die volgt op het einde van het kwartaal).