Cultuurvakbond ging in gesprek met acteur, regisseur en schrijver Gert Winckelmans.
Wat betekenen volgens jou de besparingen op cultuur?
Er is een ideologische strijd bezig. De Vlaamse regering heeft de miljoenen euro’s die nu bespaard worden niet nodig om de begroting te doen kloppen. Integendeel, men rekent verkeerd. Als de discussie enkel met economische argumenten zou gevoerd worden dan zou deze al gewonnen zijn in het voordeel van de kunsten. Elke euro die naar cultuur gaat, brengt driedubbel zo veel op. In Duitsland investeert men steeds meer en meer in cultuur, omdat men zich daar bewust is van het algemeen belang van cultuur. Het raakt iedereen.
Kijk naar het ooit zo bruisende Antwerpse Zuid. Het museum voor Schone Kunsten is al enkele jaren gesloten en de buurt is totaal veranderd. Vele horecazaken sloten de deuren, er is heel wat minder volk op straat te zien, de ontmoetingsplek op de trappen van het museum is afgesloten. Het wegvallen van kunst en cultuur heeft duidelijk een negatieve impact op de buurt.
Een ander voorbeeld zijn de projectsubsidies. Wanneer een gezelschap of een theatermaker een projectsubsidie binnenhaalt, dan heeft deze meestal eerst twee voorstellingen gratis gemaakt. De toegekende middelen gaan naar de lonen van de technieker, van de decorbouwer, er wordt een repetitieruimte mee gehuurd, materiaal mee aangekocht in doe-het-zelf-zaken, kostuums, catering, het verkoopsbureau verdient erop, er worden flyers en affiches gedrukt, auteursrechten op de tekst worden vereffend en voor de dagen dat er wordt opgetreden krijgen de artiesten een loon. Tijdens de repetitieperiode, die gemiddeld ongeveer zes weken duurt, wordt er vaak gratis gewerkt. De toegekende middelen zijn namelijk altijd minder dan nodig om de rekening te doen kloppen.
Ik ken geen andere werknemers die zes weken gratis werken, maar artiesten doen dit wel. Is dit goed? Nee, want een normaal inkomen opbouwen wordt zo wel heel moeilijk gemaakt. Zo zijn we genoodzaakt om ons werk als artiest te combineren met andere niet artistieke jobs. Om te overleven heb ik al meer buiten de sector gewerkt dan erin. Maar ook dit is een evenwichtsoefening die je vaak verliest. Een job combineren met artistiek werk is praktisch onmogelijk. Je werkgever op de ene job zal lachen als je gecast wordt voor een rol en je je snel moet vrijmaken. Het is voor de meeste acteurs niet mogelijk om hun inkomen te verdienen met enkel artistiek werk. Hoewel ik vaak te zien ben op tv en op de planken werk ik ook in de horeca om rond te komen.
Hoe reageren mensen dan als ze jou tegenkomen achter de bar ?
Ik word geregeld aangesproken omdat mensen me herkennen van televisie. Een teken van appreciatie! Ik ga vaak in gesprek. Zonder uitleg begrijpen mensen niet waarom ik ook in de horeca werk. Ze zien mij zes maanden op televisie maar weten niet dat ik bijvoorbeeld maar zes draaidagen in de gehele draaiperiode ben tewerkgesteld en dus ook maar zes dagen wordt betaald. Vroeger kregen we een contract rechtstreeks bij de televisiezender, later bij het productiehuis en nu via interim. Dit betekent minder loon voor mij terwijl tussenpersonen verdienen op mijn werk. De contracten zijn ook alsmaar korter geworden, vaste contracten zijn schaars. Een lening bij de bank krijg ik niet. En op mijn auteursrechten moet ik jaren wachten. Met zulke dagcontracten heb je dus ook geen dertiende maand, amper pensioen, geen hospitalisatieverzekering, geen groepsverzekering, amper vakantiegeld, ….
Een echt artiestenstatuut bestaat niet. We worden aanzien als werklozen maar krijgen geen ondersteuning van VDAB om werk te vinden. Een vacaturedatabank voor artiesten is er niet. Deze besparingen zullen de werkloosheid alleen maar doen toenemen. Een andere vaste job is haast niet te combineren met artistiek werk, je moet onmiddellijk beschikbaar kunnen zijn.
Wij zijn de meest flexibele werknemers die je tegenkomt en toch is het blijkbaar niet genoeg voor onze regering.
Zijn artiesten echt zo mondig als beweerd wordt?
Er wordt ons verweten dat we te mondig zijn, maar we zijn net niet mondig genoeg en ook niet georganiseerd genoeg. Ook ons publiek verwacht van ons dat we acties in gang zetten. Als onze stem wordt afgenomen past dit in een politieke strategie. Wij geven ongedwongen onze visie. Als kunstenaars worden aangevallen, is de democratie en de vrije meningsuiting in gevaar. We moeten van de nood een deugd maken. Het is het moment om meer bewustwording te creëren, de waarde van kunst en cultuur aan te tonen. En dat zijn we aan het doen. Ik heb me de laatste dagen nog nooit zo verbonden gevoeld met de sector. Hoewel ik dat graag in andere omstandigheden had gezien.
De zalen zitten vol en net nu wordt dit kapotgemaakt. De Investeringen beginnen te lonen, onze producties worden internationaal geroemd. Wereldwijd wordt er jaloers naar onze podiumkunsten gekeken, omdat die vernieuwend zijn en investeringen ook rechtstreeks naar kunstenaars kunnen gaan. Ook het publiek in de zalen en de kijkers thuis of in de cinema is zeer divers. We hebben al honderden foto’s verzameld van podia waarop na de voorstelling het publiek naast de artiesten komt staan om hun steun te betuigen. Niet enkel een hart onder de riem, maar een duidelijk signaal van het publiek dat ze het oneens zijn. Onder hen ook heel wat NV-A- en Vlaams Belang-stemmers. Hoe verklaart deze regering dan dat zij praten in naam van ‘de Vlaming’?
De diversiteit van ons kunstenlandschap maakt ons rijk en wordt nu aangevallen. Het is vreemd, maar het belangrijkste criterium om nu middelen te krijgen is hoe vernieuwend je project is. Veel indieners krijgen nul middelen met als argument dat het ingediende project niet vernieuwend genoeg is. Nu horen we van N-VA dat de kunsten te vernieuwend zijn. Ik heb dan ook een vraag aan Peter De Roover van N-VA: ‘noem eens wat je bedoelt met de kunsten van vroeger en schoonheid van de kunsten.’ Naar welke artiesten verwijs je dan, welke theaterstukken wil je op de planken zien? Is daar dan een publiek voor? Weet ook dat je om klassieke stukken te brengen een veel grotere bezetting nodig hebt en dus net meer zal moeten investeren. Naar welke tijd wil je ons meenemen? Maar niemand is vragende partij voor een beleid dat zal bepalen wat er te zien is. Dat kan je zelfs niet vragen aan je eigen kiezers.
Kan solidariteit het tij keren?
Het woord solidariteit leunt aan tegen een interessantere term: convivialisme.
Ik gebruik niet graag het woord solidariteit, dit dreigt een hol begrip te geworden en wordt vaak gepredikt maar niet toegepast. Ik pleit voor convivialisme: dit betekent genodigd zijn en met elkaar het gesprek aangaan zonder elkaar kapot te maken.
De meeste ideologieën zetten ons in vakjes: links-rechts, rijk-arm en leiden tot conflicten. Maar mensen hebben andere behoeftes, hebben er nood aan om zich te verbinden met elkaar. Moderne Ideologieën hebben daar geen antwoord op en houden te weinig rekening met de diepere behoeften van de mens. Dit is ook duidelijk zichtbaar in de maatschappij: veel eenzaamheid, zelfdoding, mensen met psychiatrische problemen, isolement, armoede.
In 2011 hebben 40 sociologen, schrijvers en economen van over de hele wereld colloquium gehouden in Tokyo. Zij wilden nagaan wat humane organisaties gemeenschappelijk hebben. Hier is het ‘Convivialistisch manifest’ uit ontstaan: de kunst van het samenleven of verklaring van onderlinge afhankelijkheid.
Andere ideologieën houden te weinig rekening met de behoeften van de mens. Ze zijn te stil wat de morele en ecologische kwestie betreft, maar zijn enkel gericht op materiële behoeften van de mens, op het economische dus.
Verbinden met elkaar, dat is wat verenigingen net wel doen. Sociaal-artistieke projecten zijn zo waardevol. Ze geven mensen een houvast in het leven. Maar sociaal-artistieke projecten worden nu ook geraakt. Ik heb gewerkt met psychiatrisch patiënten, bejaarden, daders, slachtoffers, daklozen, jongeren. Verbeelding maakt dat zij een wereld kunnen creëren waarin ze iemand kunnen zijn, zonder schaamte. Dit is een natuurlijke behoefte, geeft je een identiteit. Het geeft mensen houvast en helpt tegen eenzaamheid, burn-out, werkdruk, zelfmoorden.
De verrechtsing in onze maatschappij is ontstaan uit het protectionisme van de kleinburgerlijke verworvenheden en door ontevredenheid bij het grote publiek. Er wordt nauwelijks geluisterd naar wat erachter zit.
Theater heeft mijn leven enkel verrijkt, zo niet gered. Mijn wereld veranderde door mijn opleiding aan Herman Teirlinck. Ik ben behoorlijk wereldvreemd opgevoed. Het is door theater en mijn opleiding dat ik een weg heb gevonden in het leven.
In het hele debat over de besparingen wil ik ook wel eens graag een technieker horen, een poetsmedewerker, een bewakingsagent, iemand die in de foyer van een theater werkt, een student van een kunstschool. Want ook die mensen worden geraakt. Welke impact gaan de besparingen op hen hebben? Ik ben me er ook van bewust dat niet enkel onze sector wordt geraakt. Men prutst aan heel het middenveld: zorgsector, armoedebestrijding, kinderbijslag, jeugdbewegingen,…