De foute flex van SMart (1)

Leren leven louter in functie van onzeker werk. Vrijwel continu ter beschikking staan voor minder geld en met minder inspraak of rechten. Dat heet ‘sociale innovatie’ in beleidstaal. ‘Sociale dumping’, is het resultaat op de werkvloer. Een voorhoede van deze liberale innovatie is SMart: een digitaal platform dat zich graag vereenzelvigt met de deeleconomie en veel energie steekt in progressieve camouflage. Maar het is een roerganger in snoeihard platformkapitalisme, weliswaar met een nieuwlinks strikje er omheen (meer daarover in deel 2 en 3).

‘Deliveroo was de onderneming van 2016’, kopte de kranten rond de jaarwisseling. Toch vernieuwend, flexibel en ecologisch nietwaar, zo’n fietskoerierdienst? Het lukte Deliveroo om marktleider te worden dankzij bikkelharde concurrentie en sociale dumping.

Het businessmodel? Studenten die zich met hun eigen fiets en smartphone zonder noemenswaardige verzekering de pleuris mogen trappen voor een paar stuivers. Ze leveren binnen het half uur een maaltijd aan huis, kostprijs 2,50 euro per levering. Wie de timing niet haalt, kan inkomsten verliezen. Goed voor de conditie, dat wel. Op een opzegvergoeding bij ontslag hoef je uiteraard niet te rekenen.

Het is allemaal mogelijk dankzij SMart, een schijnwerkgever die via een boekhoudkundige website als tussenpersoon optreedt. De vzw ‘de verenigde producties’ van SMart functioneert als een soort interimkantoor, zonder dat arbeidscontracten opgesteld hoeven te worden. Want dat remt de flexibiliteit en de creativiteit inzake belastingontduiking.

Je kan er bijvoorbeeld als kunstenaar perfect een opdracht aan jezelf geven door een stuk erfenis of de verkoop van een schilderij in te brengen en je vervolgens te laten uitbetalen in werkdagen. Handig, zo’n juridische ficties, voor wie kans wil maken op het kunstenaarsstatuut (artikel 1 bis) en gepresteerde dagen moet bewijzen om van een voordelige regeling in de werkloosheid te kunnen genieten.

Toen de wantoestanden met fietskoeriers de spuigaten uitliepen, zoals niet-gedekte arbeidsongevallen, greep SMart in en vroeg Deliveroo om de sociaaleconomische situatie van de intussen al 434 koeriers in ons land wat te verbeteren. Met als gevolg dat de koeriers – officieel dus werknemers bij SMart die uitbesteed worden aan Deliveroo, wat eigenlijk illegaal is – in de waan leven dat SMart hun belangen behartigt. Een beetje zoals een vakbond.

Dat is natuurlijk de wereld op zijn kop: zonder SMart was Deliveroo verplicht geweest om met een interimkantoor of contractuelen te werken, waardoor sociale dumping veel moeilijker zou zijn. Of toch zeker sneller op te sporen.

Slimme liberale innovatie

SMart (afkorting voor Société mutuelle pour artiste) is een conglomeraat van organisaties[1] die het kunstenaarsstatuut hebben aangegrepen om als tussenpersoon op te treden in de artistieke sector voor het reguleren van opdrachten van wat ‘autonome werknemers’ heet, die in principe verschillende activiteiten voor meerdere opdrachtgevers uitvoeren met kortlopende contracten. Ze bieden betrokkenen de sociale bescherming van werknemers aan in de tussenperiodes tegen een vergoeding van minimum 6,5 procent, zonder al te veel administratieve rompslomp.

Deze werking – die aanvankelijk welkom was voor de complexe situatie van de cultuurwerker – hebben ze maximaal uitgebuit. Bijvoorbeeld door hun lopende rekeningen als onderpand te gebruiken om een immobiliënimperium uit te bouwen, op de kap van het geld van de kunstenaars.

Of door heel veel mensen binnen te sluizen in het ‘kunstenaarsstatuut’ waarvoor het niet voorzien is. Met als gevolg dat jong N-VA de kunstenaars kan viseren als sociale fraudeurs, hoewel het intussen om werknemers van allerlei slag gaat.[2]

SMart presenteert het kunstenaarsstatuut ook als een basisinkomen avant la lettre, wat het niet is.[3] Waardoor de RVA moest ingrijpen, de hele procedure onder vuur nam, met een veel complexere, zelfs slopende werking tot gevolg.

Voor de vakbonden is het bovendien bijzonder moeilijk om een syndicale werking uit te bouwen in het belang van de ‘werknemers’ van SMart omdat het geen echte producerende organisatie is en de medewerkers elkaar nauwelijks kennen. Een bijkomend probleem is dat sommige flexwerkers hun activiteiten niet als volwaardig werk zien, maar als een bijverdienste.

Vandaag telt SMart 75.000 leden (die gemiddeld slechts 26 dagen per jaar presteren[4]) en is actief in 8 Europese landen. Naast de 120 vaste medewerkers gaat het over 2.400 voltijdse equivalenten en een omzet van 125 miljoen euro. De heilige vermenigvuldiging der jobs? Breek vaste banen open en verdubbel het aantal dumpingjobs.

Het probleem is bovendien dat SMart zich parasitair op deze wetgeving ent, er flink op verdient[5], en de duizenden betrokkenen zelf in alle ‘vrijheid’ boekhoudkundige constructies laat maken waarvoor ze vervolgd kunnen worden door de sociale inspectie. Dat is dan voor eigen rekening.

‘De SM van SMart’, zoals sommige geïnterviewde kunstenaars het noemen. Heel wat leveranciers weigeren intussen samen te werken met de zogenaamde werknemers van de vzw SMart, vanwege wanbetalingen. Een bestelwagen huren? Het respectieve btw-nummer staat bij sommige verhuurcentra op een zwarte lijst.
Creatief met fraude

De schijnwerknemers zijn zich doorgaans niet bewust van de problemen die ze voor zichzelf creëren. Ze kiezen voor SMart eerder dan een sociaal bureau (SBK) of interim omdat het flexibiliteit biedt (antidateren is mogelijk maar op eigen risico, je kan CAO’s negeren, enzovoort) en omdat je netto op korte termijn meer uit een opdracht kan halen.

Weliswaar mits enig creatief boekhouden en een uiterst asociale instelling: zonder herverdelingssolidariteit is onze welvaartsstaat onmogelijk. Minder sociale bijdragen en meer fiscale cadeaus? Dat betekent ook minder geld voor subsidies voor zorg, onderwijs, openbaar vervoer en cultuur. Het zijn communicerende vaten.

Voorbeelden van de slimmigheden van SMart? Bij een opdracht breng je maar drie werkuren in aan een minimumloon, maar je trekt de vervoersonkosten van pakweg Ukkel naar Brussel op tot 300 euro. Zo haal je op korte termijn het meeste binnen omdat je sociale bijdrages ontloopt.

Maar op lange termijn heb je als ‘werknemer’ geen sociale rechten opgebouwd en fop je dus jezelf. Wie te weinig bijdragen betaalde binnen één werkjaar kan ook een boete krijgen van de inspectie. ‘Je project is in goede handen’, luidt de baseline van SMart nochtans.

Nog eentje? Stort je inkomsten die je krijgt voor auteursrechten in het systeem van SMart en schrijf een bestelbon aan jezelf uit. Via een tijdelijk contract zet je dat bedrag om in loon. Na je belastingaangifte volgt dan wel de verrassing dat de controlediensten eventuele uitkeringen met terugwerkende kracht terugvorderen omdat je in de periodes van werkloosheid in principe wel inkomsten uit rechten hebt ontvangen.

Dubbel gefopt dus: je betaalt belastingen op je rechten (als roerende inkomsten) en op je neploon. Bovendien verlies je jouw uitkering en komen er boetes bovenop. Juridisch is het trouwens onbegrijpelijk dat SMart de bevoegdheid heeft om auteursrechten te innen. Maar ja, wetteloosheid die niet wordt vervolgd, kan gewoon blijven duren.

Een laatste voorbeeld: een Waalse televisieomroep betaalt haar journalisten een minimumloon van 7 euro per uur, maar dat wordt doorheen een hele constructie door drie gesplitst en in auteursrechten uitbetaald om sociale bijdragen te kunnen ontwijken. Via spin-offs regelt SMart zelf een verschuiving van de ene onderaannemer naar de andere om een en ander boekhouding te verstoppen en veroordelingen inzake de wetgeving omtrent uitzendarbeid te ontwijken.

In Nederland en het Verenigd Koninkrijk heeft justitie na een procedureslag door de vakbonden immers al strenge uitspraken gedaan die dergelijke constructies met schijnzelfstandigen illegaal verklaren.

De impact van zo’n breekijzer als SMart op de publieke diensten mag duidelijk zijn: vanwege deze goedkope werkkrachten moeten ze onder de prijs werken, tegen elkaar op, met een hellend vlak naar beneden als gevolg.

De autonomie van de ik-ondernemer?

Veel werkgevers zijn helaas wegkijkers als het over precair flexwerk gaat. Je spaart er heel wat mee uit en daarom zijn ze de uitleg van SMart over de ‘autonome werker’ niet ongenegen. Dat biedt een mooi excuus om geen betere sociaaleconomische condities of arbeidscontract aan te moeten bieden. Want, hey, SMart bestaat, ze hebben hun eigen verhaal en iedereen doet het, toch?

Maar zo werk je wel mee aan het faciliteren en legaliseren van sociale dumping via een totaal nieuw statuut met een positieve bijklank en ontsla je bijvoorbeeld ook de gesubsidieerde cultuurorganisaties van hun verantwoordelijkheid cultuurwerkers die als freelancers werken correct te betalen.

Het statuut van de ‘autonome werker’ als oplossing? De ziekte als remedie, zeg maar. Dit voorstel komt neer op een neerwaartse spiraal voor wie vandaag wél kan en wil werken aan faire condities. Dan ben je plots ‘te duur’.

Qua perceptie biedt een pleidooi voor ‘de autonome werknemer’ weliswaar voordelen: het lijkt alsof je opkomt voor ‘vrijheid’ en tegelijk geef je alvast de indruk mee te willen nadenken over een oplossing voor de precaire miserie van cultuurwerkers. Ondertussen kan je nalaten zelf een concreet initiatief te nemen en het probleem doorverwijzen naar ‘vadertje staat’ met z’n ‘rigide structuren’.

Hier merken we hoe het populaire verhaal van de ‘autonome werknemer’ kadert binnen de liberale tijdsgeest van ‘iedereen ondernemer’ die mensen aanspoort om als ‘ik-ondernemers’ aan zelf-management te doen: onderhoud zelf de marketing van je eigen relaties via netwerking, sociale meetings en lidmaatschappen. Weg met die officiële structuren die in dienstverlening en sociale ondersteuning willen voorzien. Beheer zelf je eigen armoede en schulden, ieder voor zich en de markt voor ons allen!

The Creative Class

Ook het rolmodel van de kunstenaar-ondernemer (je weet wel, die creatieveling die het allemaal wel zelf zal fiksen) speelt sterk mee in de framing van de ‘autonome werknemer’. Het is dan ook geen toeval dat net SMart, die de kunstenwereld als voedingsbodem heeft, het idee van de ‘autonome werknemer’ wil exploiteren.

In 2002 lanceerde de Amerikaanse socioloog Richard Florida zijn boek The Rise of the Creative Class. Geïnspireerd door de artistieke flexwerker die de voorhoede loopt in een neoliberaal arbeidsmodel van zelfuitbuiting, stelt Florida dat de toekomst van het kapitalisme in handen zou zijn van de ‘creatieve klasse’.

Met de opkomst van de zogeheten ‘creative class’ van de kunstenaar-ondernemer zou een nieuwe generatie ‘creatieven’ aantreden, wat de noodzakelijke neergang van het oude arbeidsmodel suggereert. Jonge mensen kunnen zich volgens die suggestie maar beter verzetten tegen de ‘vervreemdende’ kantoorbaan met die ‘oubollige’ vakbonden, rebelleren tegen de nine to five en al die ‘saaie’ statuten.

Aangestoken door de jolige revolutie van de inventieve selfmade entrepreneur onderwerpen we ons zo vrijwillig aan het ego-management van de flexwerker: (rot)jobjes hoppen, avond- en weekendwerk zonder werkzekerheid, onbetaald stage lopen en levenslang leren op eigen kosten.

Veel stress, onzekerheid en (gezondheids)risico’s: dat heet investeren in zelfontplooiing. ‘De enige zekerheid is de onzekerheid en daar moeten we mee leren omgaan’, is het motto. Het is een postmoderne versie van Arbeit macht frei.

Vernieuw door het oude te herwaarderen

Wat er dan wel moet gebeuren? Vakbonden vragen werkgevers om bij korte opdrachten met interimkantoren te werken zodat – stel u voor! – er toch een arbeidscontract is dat een minimum aan sociale bescherming kan bieden. Als de werknemer een contract kan afsluiten rechtstreeks bij de werkgever zelf is dit nog beter natuurlijk.

Vakbonden vragen, via hun afvaardiging van het personeel in organisaties en in het sectoroverleg, de werkgevers ook om simpelweg niet met SMart te werken en het zeker niet als een slim argument te gebruiken tegen het evidente verzoek om overuren te vergoeden, anciënniteit te respecteren, eindejaarspremie alsook betaald verlof niet te vergeten en om in overleg tijdig een uurrooster op te stellen.

Een cultuurminister kan op zijn beurt, zonder dat het centen kost, mee-ijveren voor een uitbreiding van het kunstenaarsstatuut met de voorwaarde dat er bij opdrachten steeds een arbeidscontract moet gelden, zodat dit statuut naast de garantie van sociale zekerheid ook onder het arbeidsrecht valt. Dat zou SMart ertoe verplichten de collectieve arbeidsovereenkomsten te respecteren. Eenvoudig toch, zonder al dat gedweep met 'McDeeleconomie' en vermeende autonomie?

Frank Van Massenhove, voorzitter van de FOD Sociale Zekerheid benadrukte in een nota aan de NAR (Nationale Arbeidsraad) in november 2016 dat de activiteiten van SMart in veel gevallen illegaal zijn en dat het voor de sociale inspectie allesbehalve evident is om al deze individuele dossiers op te volgen. Conclusie: willen we deze sociale fraude tegengaan, dan is een nieuw juridisch kader aangewezen. Waar wachten we op?

In deze tijden van politieke graaischandalen – Kazachgate, Publipart, Telenet, enzovoort – verklaren onze beleidsvoerders met de hand op het hart dat ze willen werken aan een rechtvaardige en transparante publieke dienstverlening in ons land. Een correct en controleerbaar personeelsbeleid met het oog op sociale bescherming is daar zeker ook een onderdeel van.

Dit artikel werd geschreven door Ine Hermans en Robrecht Vanderbeeken en verscheen eerder op dewereldmorgen.be

[1] Naast de Verenigde producties is er bijvoorbeeld Smartimmo, Smartsol, Matlease, Het interimpaleis, Tax shelter Ethique, Act, Artichaud, Rémacle Comstume, SmartFr, SmartEu, en dan zijn er nog vele andere activiteiten in Polen, Zweden, UK, enzovoort. In tegenstelling tot de gehanteerde marketingtaal in termen van democratie en samenwerking, is er heel weinig transparantie over het zakendoen van SMart en hebben de autonome werknemers vrijwel geen inspraak. Ze mogen wel feedback geven, want SMart is naar eigen zeggen voorstander van het ‘open debat’.

[2] De uitbreiding van zo’n statuut voor kunstenaars naar andere precairen is op zich een nobel streven. Maar als je dat wilt forceren door een lucratieve hefboom te zetten op het bestaande juridische kader, breek je meer af dan je opbouwt. Zo’n statuut voor precairen vereist immers een politieke strijd en een nieuwe wetgeving.

[3] Ook al vind je het basisinkomen een mooi idee, het kunstenaarsstatuut is daar niet voor gemaakt. Door het zo te willen gebruiken, ondergraaf je heel dit vitale statuut van sociale bescherming voor cultuurwerkers. Het basisinkomen willen openbreken tot een privilege voor kunstenaars alleen, is overigens een aanfluiting van het basisidee van een basisinkomen voor iedereen. Maar bon, het is een ronkend en diplomatisch standpunt in tijden waarin Vlaanderen, met de zelfgekozen baseline, State of the arts, kunstenaars laat verpauperen. Je kan je jezelf ermee aan de juiste kant positioneren van de verontwaardiging, zonder er zelf iets aan te moeten doen.

[4] Volgens een eigen studie van SMart, ‘Tijdelijke werkkrachten in de kunstsector’, 2008.

[5] Deeleconomie? Volgens journaliste Marianne Hendrickx maakte SMart in 2011 350.000 euro winst op conto van haar ‘autonome werknemers’. Cf. ‘SMart, multinationale sans but lucratif?’, Marianne édition belge, 2013.