De vele maatregelen die genomen werden om verdere verspreiding van het Corona-virus tegen te gaan hebben al tot een financieel slagveld geleid in de culturele en artistieke sector. Artiesten en cultuurwerkers zagen hun inkomen plotseling en onverwacht drastisch slinken. Kosten die gemaakt zijn voor geplande shows, tentoonstellingen, tournées zijn grotendeels verloren en kunnen niet goedgemaakt worden door inkomsten. Deze crisis legt pijnlijk bloot wat precariteit in de kunstensector precies betekent. Organisaties doen er alles aan om het hoofd boven water te houden, maar hebben vaak een te kleine financiële buffer en dreigen definitief te moeten sluiten.
Artiesten en cultuurwerkers die in normale omstandigheden al een te laag inkomen en te weinig zekerheid hebben, komen zeer snel in de gevarenzone. Voor een aanzienlijk aantal werkers is het zelfs onmogelijk om terug te vallen op een werkloosheidsuitkering of op andere inkomsten.
In de audiovisuele en filmsector zien we dat de producties worden stopgezet. In de beperkte gevallen waar we spreken over werknemers met een vast contract betekent dit dat zij op tijdelijke werkloosheid worden gezet. De meeste mensen werken in de sector echter met tijdelijke contracten (al dan niet via een interimkantoor) of als zelfstandige.
We rekenen erop dat de overheid met meer steunmaatregelen komt. Steunmaatregelen om ervoor te zorgen dat kunstenorganisaties en bedrijven actief in de artistieke sector na de crisis er nog staan en steunmaatregelen voor medewerkers. Wat de medewerkers betreft kan dit gaan over een vorm van compensatie voor gederfde inkomens of een voldoende hoog vervangingsinkomen ook voor diegenen die op de gewone werkloosheid kunnen terugvallen. Deze steunmaatregelen moeten er snel komen, maatwerk volgens statuut is noodzakelijk : werknemers rechtstreeks in dienst van een kunstenorganisatie of bedrijf met een arbeidsovereenkomst, kunstenaars die werken onder artikel 1 bis, werknemers die werken via een SBK (sociaal bureau voor kunstenaars/interimarbeid), zelfstandigen in hoofdberoep, zelfstandigen in bijberoep, platformwerkers.
Wij vragen de regeringen ondermeer volgende maatregelen te nemen:
Maak tijdelijke werkloosheid ook mogelijk voor freelance-werknemers die met korte contracten werken.
In een sector waar veelal gewerkt wordt met korte contracten, hebben de werknemers nu de grootste moeite om een nieuw contract aan te gaan of zien zij hun geplande opdrachten wegvallen. Zij zijn niet altijd toelaatbaar voor de werkloosheid en kunnen niet terugvallen op tijdelijke werkloosheid.
Wij vragen dat het systeem van tijdelijke werkloosheid ook van toepassing kan zijn op deze groep van werknemers en dit zowel voor de werknemers die arbeidsovereenkomsten afsluiten met opdrachtgevers als voor de werknemers die via een SBK (sociaal bureau voor kunstenaars) werken. Als de tijdelijke werkloosheid wordt uitgebreid kan deze groep van werknemers terugvallen op 70% van het gederfde inkomen i.p.v. het lagere percentage bij gewone werkloosheid. Deze werknemers hebben dan ook recht op de toeslag van 5,63 euro per dag tijdelijke werkloosheid en kan genieten van de tussenkomst van de Vlaamse overheid in de gas, water en elektriciteitsrekening.
Tijdelijke aanpassingen in de werkloosheidsregels voor kunstenaars en technici in de artistieke sector zijn nodig - artiestenstatuut
In de werkloosheid bestaan specifieke regels voor kunstenaars en technici in de artistieke sector. In deze maatregelen is telkens sprake van referteperiodes.
Wij vragen dat de periodes in de werkloosheidsreglementering minstens verlengd worden met de de periode die overeenstemt met de crisismaatregelen. Een nog langere verlenging kan noodzakelijk zijn om ook de zomerperiode te vervatten.
Wij vragen dat VDAB gedurende deze periode geen verantwoording vraagt in verband met het zoekgedrag van de werknemer.
Wij vragen dat werknemers die niet kunnen terugvallen op tijdelijke werkloosheid ook de toeslag van 5,63 euro per dag krijgen.
Kunstenaars, technici en andere werknemers met korte contracten kunnen momenteel niet terugvallen op tijdelijke werkloosheid en zagen toch al hun opdrachten in de komende weken en mogelijk zelfs maanden wegvallen. Aangezien de kansen op een job in de sector de komende tijd bijna nihil zijn en de volledige werkloosheid slechts 60% van hun inkomen derft in tegenstelling tot de 70% bij tijdelijke werkloosheid vragen wij dat deze groep ook kan genieten van de toeslag van 5,63 euro per dag zoals de tijdelijk werklozen.
Er moet ook een regeling worden uitgewerkt voor de freelance-werknemers die geen toegang hebben tot een volledige werkloosheidsuikering.
Meer economische steunmaatregelen voor de freelance-zelfstandigen
We volgen wat ACV United Freelancers voor deze groep van werkers eist:
- een tussenkomst vanaf de eerste ziektedag (mutualiteit of gewaarborgd inkomen);
- een mechanisme van flexibele economische werkloosheid. Het aangepaste mechanisme van “overbruggingsrecht Coronavirus” gaat in de goede richting. Spijtig genoeg is het niet van toepassing in situaties van gedeeltelijke vermindering van de activiteit;
- dat dienstverleningscontracten, leveringscontracten, overeenkomsten tot terugstorting/teruggave, zelfs huurcontracten en leningen om werkinstrumenten te kopen of te huren, kunnen uitgesteld worden tijdens de coronacrisis. Op die manier blijven de kosten niet doorlopen wanneer de inkomsten stilvallen en wordt vermeden dat een onderbreking wegens gezondheidsredenen een definitieve verbreking wordt;
- gelijkwaardige maatregelen voor freelancers in bijberoep, pro rata.
- Er zijn ook steunmaatregelen nodig voor wie een inkomen heeft uit de deeleconomie (platformwerk).
Extra financiering voor organisaties en individuele kunstenaars is nodig
Er zijn specifieke steunmaatregelen nodig voor de culturele sector. Voor de winkels en horecazaken die moeten sluiten is een hinderpremie voorzien. Er is onduidelijkheid of deze ook kan ingeroepen worden voor de culturele activiteiten die alvast tot 5 april niet mogen doorgaan. Voor een toepassing in de sector zijn er ook aanpassingen nodig. Ook een noodfonds zou een mogelijke piste kunnen zijn. De sector verliest niet enkel inkomsten in België. Door de maatregelen in het buitenland kunnen ook internationale tournées en activiteiten niet doorgaan en is de onzekerheid over de periode nog groter.
Er is nood aan bijkomende financiering, zodat organisaties, bedrijven, zelfstandigen, freelancers met het werknemersstatuut niet kopje onder gaan.
Deze maatregelen moeten ook gelden voor de periode waarin culturele activiteiten in het buitenland niet kunnen doorgaan en waarbij een Belgische organisatie/bedrijf, kunstenaar, cultuurwerker bij betrokken is.